Wij vaccineren op maat!

Waar vaccineren we tegen?

Katten moeten gevaccineerd worden tegen Kattenziekte en Niesziekte.

Kattenziekte wordt veroorzaakt door een panleucopenievirus (parvovirus) dat sterk lijkt op het honden-parvovirus. Bij onbeschermde katten veroorzaakt het heftig braken, koorts en bloederige diarree met forse kans op overlijden.

Kittens mogen op 9 en 12 weken worden gevaccineerd, dit omdat sommige kittens op 9 weken leeftijd nog antistoffen van de moeder bij zich dragen en daardoor niet voldoende op de vaccinatie reageren met eigen antilichamen. Bescherming tegen kattenziekte houdt na eenmalige vaccinatie van oudere dieren drie jaar aan. 

 

Niesziekte is een verzamelnaam van meerdere ziekteverwekkers. Met name het Calicivirusen het Herpesvirus spelen een hoofdrol. Het Calicivirus en Herpesvirus geven met name niezen, vermagering, verminderde activiteit, zweren op tong en mondslijmvlies en oog- en neusuitvloeiing. Katten moeten op 9 en 12 weken leeftijd worden gevaccineerd. Daarna is jaarlijkse vaccinatie voldoende. 

 

Katten die in grote groepen leven (pension/cattery) moeten uitgebreider worden gevaccineerd, de bacterie Bordetella en Chlamydia spelen dan namelijk ook een rol.

 

Katten die mee gaan naar het buitenland, moeten ook een Rabies vaccinatie krijgen.

Klik op de foto om te vergroten